Featured

Spelregels

Het reglement voor de petanquesport (afgekort RPS) wordt samengesteld en beheerd door de Federation International de Petanqe et du Jeu Provençale (afgekort FIPJP).

Het wordt in het Nederlands vertaald door de reglementencommissie van de NJBB.

De reglementencommissie is ook als enige bevoegd het reglement te interpreteren. Dat lijdt tot aanvullende uitspraken die je vindt in het RPS+.

De NJBB kan gehoord de reglementencommissie van het RPS afwijken. In dat geval worden de afwijkende regels opgenomen in het toernooireglement Petanque (afgekort het TRP). Verder regelt het TRP alles wat mer de organisatie van toernooien te maken heeft.

Met de links hieronder kun je die reglementen downloaden: 

Reglement voor de petanquesport (RPS)

Wijzigingen van het RPS t.o.v. het vorige reglement

Regement voor de petanquesport plus

Tournooireglement Petanque (TRP)

 

Vereenvoudigde spelregels

 

 

 

 

 

Hoofdregel

 OIP

 

HET TEAM DAT ALS EERSTE 13 PUNTEN HEEFT BEHAALD IS WINNAAR
 ..............   

10 belangrijke spelregels in het kort

 

  1. De toss bepaalt welk team begint.
  2. Elk team krijgt 6 boules (2 boules voor tripletten of 3 boules per speler voor doubletten en tête à tête).
  3. Het team dat de toss wint kiest de baan en bepaalt de plek van de werpcirkel (1 meter van de kant) en werpt het butje vanuit de werpcirkel tussen de 6 en de 10 meter op minstens 1 meter van een obstakel.
  4. Het team (Team A) dat de but heeft gegooid, gooit ook de eerste boule. Het is om te beginnen (in het algemeen) de bedoeling om de boule zo dicht mogelijk bij het but te plaatsen.
  5. De eerstvolgende boule word gegooid door de tegenpartij (Team B). Team B probeert haar boule dichter bij het but te plaatsen. Het is toegestaan de boule van de tegenstander (Team A) of het but daarbij weg te stoten.
  6. Zolang de positie van een boule van Team B ten op zichte van de boule van Team A niet verbetert (dichter bij het but komt te liggen), blijft Team B aan beurt. Als Team B een boule beter werpt, gaat de beurt over naar de andere partij (Team A).
  7. Als een team geen boules meer heeft, kan de tegenpartij proberen nog meer boules beter te plaatsen.
  8. Elke boule die dichter bij het but ligt dan de beste boule van de tegenstander levert één punt op. Alleen de winnaar krijgt punten.  Als alle boules gespeeld zijn, krijgt het winnende team net zoveel punten als het aantal boules dat beter ligt (dichter bij het but) dan de beste boule van de tegenpartij.
  9. Als alle boules gespeeld zijn, de uitslag is overeengekomen, en de dertien punten nog niet zijn bereikt dan begint de nieuwe speelronde aan de overzijde van het speelveld
  10. Het team dat de voorgaande werpronde heeft gewonnen, begint de volgende werpronde en gooit het but.

 

Ontleend aan www.nlpetanque.nl


verkorte spelregels